Vergoeding voor verkoop
Nieuwenburg werd in 2011 aangesteld als CFO van RFS Holland Holding, nadat hij al commissaris was bij het bedrijf. Hij vertegenwoordigde er de Zweedse investeringsmaatschappij IK-Investment Partners, dat minderheidsaandeelhouder was.
Hij was ook verantwoordelijk voor het uitstippelen van een traject voor een mogelijke verkoop van RFS Holland Holding. In 2011 kwam daarrond een veiling, maar er kwam nooit een volledige verkoop.
Als er een verkoop was gekomen, dan had Nieuwenburg daarvoor een bedrag van 18 miljoen euro ontvangen. Ook bij een beursgang mocht hij dat bedrag op zijn rekening bijschrijven. Als beide plannen in het water vielen kreeg hij niets, tenzij de aandeelhouders daarna dividend aan zichzelf zouden uitkeren. Ook na zijn vertrek in 2012 behield hij het recht op die vergoeding.
Eind dit jaar keerden de aandeelhouders een dividend van 32 miljoen euro aan zichzelf uit en dus wou ook Nieuwenburg zijn vergoeding. RFS Holland Holding weigerde echter, waarna hij naar de rechter stapte. Die heeft hem nu gelijk gegeven. RFS Holland Holding kan nog in hoger beroep gaan.