Professor Koen Schoors (UGent) roept retailers op om uit hun cocon van “business as usual” te breken: “De sector moet herdenken wat hij verkoopt en hoe. Wie blijft inzetten op puur productbezit, mist de boot.”
Wie maakt uw spullen?
Dat in retail alles anders wordt, is al een hele tijd duidelijk. Maar beseft de sector ook dat alles beter wordt? Koen Schoors, UGent-econoom en auteur van het boek Alles wordt anders, ziet een toekomst die 100% circulair en regionaal wordt. En dat is niet alleen duurzamer, het brengt aan het eind van de rit ook meer op. Op het Captains of Retail-event op 17 september vertelt hij hoe.
Want er is nog veel bewustwording nodig, niet het minst bij de retailers zelf. Tenzij er zware heffingen komen, zullen spelers als Temu en Shein altijd goedkoper zijn, stelt Schoors. Europese bedrijven moeten dus inzetten op meerwaarde: “Te weinig retailers vertellen hun verhaal. Waarom hoor ik alleen van Dovy dat ze mijn keuken in België maken? We moeten de consument tonen hoeveel waarde er lokaal gecreëerd wordt.”
Van bezit naar gebruik
Wie zegt dat iets niet kan, denkt niet creatief genoeg. Voor Schoors is het duidelijk: het klassieke model van producten verkopen is eindig. Online concurrentie, demografische verschuivingen, de energietransitie en de circulaire economie zetten het klassieke winkelmodel sowieso onder druk. “Waarom zou je een koffer bezitten als je ze maar één keer per jaar gebruikt?” vraagt hij zich af. Hij verwijst naar Decathlon als voorbeeld: “Zij bieden al tenten en fietsen aan via verhuurformules. Dat is het ‘product-as-a-service’-model: minder grondstoffen, meer inkomsten.”
Ook in de witgoedsector ziet hij beweging. “Sommige operatoren bieden installaties aan in een soort huurkoopformule. Dat is de toekomst. De consument koopt een dienst, geen toestel.” Dat geldt evengoed voor voeding, waar initiatieven zoals Foodbag inspelen op gemak, gezondheid en lokale productie.
Schaal, service of beleving
“Blijf je enkel spullen verkopen, zonder verhaal, zonder dienst, zonder ervaring? Dan word je weggeconcurreerd,” stelt Schoors scherp. Hij ziet drie mogelijke toekomstmodellen voor retail:
Schaalvoordeel: ketens die dankzij distributie en logistiek efficiënt opereren
Beleving: winkels als ontmoetingsplek, waar shoppen samengaat met ontspanning
Dienstverlening: verhuur, onderhoud, bundels – alles wat waarde toevoegt zonder bezit
Dat globalisering plaatsmaakt voor regionalisering, neemt de schaalmogelijkheden niet weg. Integendeel, er is nog veel meer samenwerking mogelijk. Het verbaast de econoom bijvoorbeeld hoeveel daken van grote winkels nog leeg blijven. “Zonnepanelen, windmolens… dat kan niet alleen energie opleveren, maar ook de relatie met de buurt versterken. Naast personeel zijn energie en gebouwen de grootste kostenposten voor retailers. Het is onbegrijpelijk dat dat niet massaal gebeurt.”
Ook circulaire stromen organiseer je lokaal. “Je kan moeilijk gebruikte pampers of gerecycleerde kleding terugsturen naar China.” Dat Trump en andere populisten het circulaire proces versnellen, ziet hij als ironisch, maar niet onverwacht. “Zelfs conservatieve regimes kiezen voor hernieuwbare energie, omdat het gewoon goedkoper is.”
Schaarste als kans
De circulaire economie blijft volgens Schoors te vaak steken in symboliek. “Duurzaamheid heeft niets te maken met geitenwollensokken of compost in de tuin. Het gaat om grondstofstromen. Over systemen.” Hij wijst op innovaties in textiel zoals Resortecs, dat smeltbaar garen ontwikkelde om kleding makkelijk te kunnen recycleren. “Als we ontwerpen met hergebruik in het achterhoofd, kunnen we materialen efficiënter benutten én lokaal waarde creëren.”
De kritiek dat Europa hiervoor te duur zou zijn, veegt hij van tafel. “Maar laagbetaalde jobs in de magazijnen van e-commercereuzen kunnen wel? Sorteren, recycleren en verwerken kan ook hoogtechnologisch zijn. Minder goedkope arbeid, meer slimme arbeid. De demografische realiteit is dat jonge mensen schaars zijn – wen er maar aan. Dat geldt ook voor mensen aan de kassa of in het rek. Wie er nog is, zal meer eisen stellen.”
Automatisering is dus onvermijdelijk, maar ook daar is nuance nodig. “Ik zie robots het nog niet meteen overnemen. Retail digitaliseert, maar veel daarvan betekent dat de klant nu zelf het werk moet doen. Denk aan online bankieren: vroeger ging je naar het loket, nu doe je het zelf. Maar het kost niet minder tijd.”
Duurzaamheid zonder vingertje
Zijn conclusie is helder: “Wie duurzaamheid slim organiseert, wint. Niet omdat het moet, maar omdat het werkt.” De grootste fout is volgens Schoors de communicatie tot nu toe. “We hebben het verpest met het vingertje. Mensen hebben geen boodschap aan ‘moeten’. Ze willen iets dat werkt, betaalbaar is én leuk.”
Bovendien, zo zegt hij, is duurzaamheid vaak net goedkoper: “Elektrische wagens zijn per kilometer al goedkoper dan verbranders. Herbruikbare luiers zoals van Happy Nappies of de luierophaaldienst van Woosh kosten op termijn minder. En ze creëren lokale jobs.”
* Enkel op uitnodiging.